Volgens deskundigen kwam Jiu jitsu vooral op in de 13e eeuw. Meer dan 725 Jiu jitsu systemen werden ontwikkeld in Japan. De meeste zijn helaas vandaag de dag verloren gegaan. In de 20e eeuw verspreidde de kunst zich tenslotte wereldwijd. Ook in Katwijk!
Letterlijk betekent Jiu jitsu: zachte of meegaande kunst/techniek. Het is een ongewapende gevechtstechniek, die gebaseerd is op het niet-weerstand-bieden principe (‘jiu’ = zacht, soepel, zwak, vredig, meebuigend; ‘jitsu’ = techniek, wetenschap).
Jiu jitsu wordt – ten onrechte – vaak aangezien als een ongewapend vechtsysteem tegen gewapende tegenstanders. Dit is feitelijk niet juist. Jiu jitsu is eigenlijk een naam voor talloze gevechtssystemen, die onderling weinig overeenkomst vertonen in aanzien en techniek. In Jiu jitsu ligt inderdaad de nadruk op het ongewapende gevecht, maar ook wel degelijk met wapens.
Aanvulling op zwaardvechten
Jiu jitsu kan het beste worden omschreven als een gewapend of ongewapend gevechtssysteem tegen al dan niet gewapende tegenstanders. Oorspronkelijk was het een systeem waarbij alles mocht. Regels omtrent het gevecht werden pas ingevoerd toen de krijgsvorm was gedegenereerd tot een esthetische vorm. In de tijd van de Samoerai zag men Jiu jitsu voornamelijk als een secundair systeem; een manier van vechten dat de technieken van het zwaardvechten aanvulde.
Het Jiu jitsu kent manieren om te werpen, wurgen, klemmen, slaan, schoppen, knietjes geven, gebruik van wapens en vastbindtechnieken.